Er wordt onderscheid gemaakt tussen axiale volkegelsproeiers en tangentiële volkegelsproeiers. Axiale volkegelsproeiers bereiken een gelijkmatige verdeling van de vloeistof over een cirkelvormig gebied. Tangentiële volkegelsproeiers werken zonder wervelingen en zijn daarom bijzonder verstoppingsbestendig.
Lechler volkegelsproeiers hebben een buitengewoon uniforme vloeistofverdeling over het gehele cirkelvormige impactgebied. Het geoptimaliseerde wervelinzetstuk zorgt voor maximale verstoppingsbestendigheid dankzij de grote vrije dwarssecties.
Volkegelsproeiers met tangentiële toevoer zijn b.v. bijzonder geschikt voor het sproeien van vloeistoffen met een hoog aandeel vaste stof. Volkegelsproeiers met tangentiële stroming hebben geen wervelinzetstukken. Daarbij wordt een extreem uniforme verdeling van de gesproeide vloeistof over het oppervlak bereikt.
Clustersproeiers bereiken een zeer groot oppervlak door verschillende fijne holle kegel sproeiers samen te voegen. Wanneer een fijne nevelachtige volkegelverneveling met relatief grote stroomsnelheden benodigd is, hebben Lechler clustersproeiers doorslaggevende voordelen: overlappende holle kegels vormen een fijne volkegelverneveling met een groter druppeloppervlak. Deze zeer fijne druppeltjes kunnen niet worden verkregen door een sproeikop met één opening met dezelfde debietgrootte. Het grotere sproeioppervlak van de vernevelde vloeistof biedt een hoge efficiëntie bij gasbehandeling en koelingstoepassingen.
Lechler sproeiers met ketsplaat zijn minder verstoppingsgevoelige sproeiers doordat er geen wervelinzetstukken zijn toegepast. Ze zijn VDS-goedgekeurd en kunnen worden gebruikt voor o.a. brandbestrijding en het bestrijken van grote oppervlaktes.